Groen is’t gras

Groen is’t gras, groen is’t gras, onder mijne voeten. Ik heb verloren mijn beste vriend, ‘k zal hem zoeken moeten. He daar, plaats gemaakt voor de jongedame..

Daar stond ik dan. Met mijn snottebel en afgezakte sok, op het schoolplein van de kleuterschool. In de kring, hand in hand met mijn klasgenootjes. Groen is’t gras. Ik was er heilig van overtuigd. Die van mij was het allergroenst. Wist ik veel dat ik groot zou worden.

Vrijdagochtend, kwart over zeven. Na een keer of drie snoozen rol ik mijn bed uit. Met mijn ogen nog half dicht loop ik naar de woonkamer. Ik vul de waterkoker en kijk op mijn telefoon om te checken of ik binnengekomen berichten heb. Oh kijk, een facebook-melding. Gedachteloos klik ik het icoontje aan en beland daarmee in een handomdraai op het grootste schoolplein van mijn volwassen leven. Facebook.

Mijn startpagina staat vol met foto’s van feestjes van de vorige avond, en status updates waarin mij verteld wordt waar de mensheid deze dag mee vullen gaat. Al mijn vrienden en ‘ik-heb-je-ooit-wel-eens-ontmoet-vrienden’ zijn gisteravond op stap geweest. Ik niet. Ik was thuis en ging om kwart voor tien naar bed omdat ik me verveelde. Vandaag lijken ze allemaal weer klaar voor het volgende spannende ding. Ik niet. Ik ga vandaag studeren, en op visite bij mijn oma.

Bijna ongemerkt ga ik van de ene facebook-pagina naar de andere. Een eindeloze stroom van mooie, geslaagde mensen. Ze lijken geliefd door de hele wereld. Balanceren in een perfecte combinatie van studie en carriere, met daarbij een bruisend sociaal leven en een kledingkast waar je een puntje aan zuigen kan. Wat hebben ze het goed voor elkaar. Mijn hoofd weet dat iedereen z’n mooiste foto’s plaatst. Dat de dagen die niet de moeite van het vermelden waard zijn, onzichtbaar worden verzwegen. Dat ik zelf zoveel heb om dankbaar voor te zijn.

Maar toch. Tóch voel ik me, als ik mijn telefoon weg leg, een saaie, kleurloze, mislukte koe. Wat nou, groen is gras. Dat bij de buren ja.

’s Middags doe ik een drankje met een vriendin in de stad. Ik bewonder haar. Ze is mooi, slim en hip. Ze heeft een te gekke baan, en een druk, sociaal bestaan. We praten over het leven. Over óns leven. Ik vertel haar over die ochtend. Hoe ik opstond en oké was, maar hoe dat binnen een half uur was gehalveerd door het effect van facebook. Dat mijn leven zo bleekjes en saai afstak bij dat van de rest van de wereld. Ze lacht. Herkent het. We lachen samen om ons domme hoofd en de dwaze wereld. Een wereld die voor de helft maar amper bestaat, maar als een make-believe-realiteit onze waarheid vertroebelt.

Samen nemen we ons voor; op een dag gaan we van Facebook. Nu nog even niet. Je moet het gazon een beetje bijhouden. Maar óoit gaan we er af. Echt.

 

 

GerrianneAuteur: Gerrianne Frens
Leeftijd: 27

Wat is het belangrijkste in je leven: Cola, mijn man, boeken, vrienden, God, reizen, leven zodat je het voelt en je sporen achterlaat.
Geloof je dat er meer is: Ja, ik geloof in de God van de Bijbel. Er is vanalles wat ik niet begrijp, maar ik geloof dat dat meer te maken heeft met mijn beperkte vermogens dan met de geloofwaardigheid van God. Hij is de reden van het bestaan van de wereld, en mijn leven.